Pandemie



Ik was zo mooi maar ook zo lelijk. Zo intelligent achter mijn domheid. Zo tijdloos naast mijn sterfelijkheid. Ik was met zovelen. En allen droegen wij dezelfde naam: Formica Rufa. 

Maar ik dacht anders dan de rest. Ik begon iedereen te vertellen wat er mankeerde aan hun bestaan. Mijn publiek groeide. Velen verhieven mij tot de autoriteit die precies wist hoe het niet moest. Ik streelde ontevreden onderbuiken. Ik smeedde angstgevoelens om tot een krachtig wapen, waarmee de ultieme waarheid veroverd zou worden. 

Mijn groeiende schare aanhangers juichten met toenemend fanatisme. Op sociale media was ik het onderwerp van verhitte discussies. Over wie ik was. En wie mijn vijand… Democratie verloor van anarchie. Empathie van egocentrisme.  Groepjes splitsten zich af en gaven elk hun overtuiging vorm. Er werd gevochten. Er werd gediscrimineerd en gemoord. Er werden zelfs goden gecreĆ«erd om als excuus voor oorlogen te dienen. Het werd mondiale chaos. 

Tot die dag: een Chinees, Griek en Italiaan stelden zich aan mij voor als Formica Rufa, Formica Rufa en Formica Rufa. Zij hadden de oplossing in de vorm van een rond voorwerp. Uitbundig versierd met veelkleurige kralen. Ik plaatste het op mijn hoofd, keek trots in de spiegel, en vroeg de bejaarde brengers van dit moois of hun geschenk ook een naam had. Zij keken elkaar aan en de Italiaan sprak plechtig: “Wij noemen het Corona.” En op mijn vragende blik voegde hij eraan toe: “U zult het vertalen als Kroon. De kroon op uw werk teneinde elke vorm van regulering uit te roeien.”

Dat was vorig jaar. Maar toen, zoals ik in het begin al aangaf, was ik nog met velen. Inmiddels vraag ik mij verbijsterd af: “Waar is iedereen?”



====================



Reacties